Op weg naar Bira
Blijf op de hoogte en volg Jos
13 Maart 2014 | Indonesië, Tonronge
De reis naar Bira begon vanmorgen met een korte rit naar het Garuda kantoor om de vluchten van ons te herbevestigen. Het bleek niet echt nodig, maar kostte ook niet veel tijd. Na deze administratieve taak begon onze reis richting het noorden. Eerst reden we door nieuwe wijken in Makassar, heel modern ogend, maar lang nog niet echt volledig bewoond, duidelijk voor de rijkere klasse. In het begin blijven de wegen slecht, maar we volharden in onze reis over binnendoor wegen. Na een uurtje maken we een stop bij een lokale markt, waar we eerst stoppen bij de kapper ... Een jongetje wordt diep ongelukkig, want zijn haar wordt geschoren, terwijl er heel veel mensen naar hem kijken. Al snel trekken we weer veel kijkers en de lokale verkiezingsdeelnemer waar we aan worden voorgesteld. Iedereen, ook het potentiële raadslid, wil graag op de foto met ons, er ontstaat een heuse verkeersopstopping, best wel grappig. Op de markt kopen we wat fruit, zoals ramboutan, een lichie achtige (hoe spel je dat?), en nog wat slippers voor Marijke. We vervolgen onze tocht over de binnenwegen met veel rijstvelden, tot we in een grotere stad aankomen. Vanaf hier rijden we over een goed onderhouden tweebaans weg (Arie beweert dat hier de beste burgemeester van Indonesië regeert, een Japanse professor), vanwaar we door rijden naar onze lunch in een restaurant bij de zee. We kiezen ook hier een vers visje uit de ton, hetgeen weer bereid wordt terwijl wij alvast de groente en het rijst verorberen, onder het genot van cola. Het visje smaakt goed, hoewel Jos deze minder lekker vindt dan de laatste vis uit Makassar. We wassen onze handen voordat we verder rijden richting Bira. Al snel maken we een stop bij Makassaren die langs de weg rijst verkopen wat staat te roken in stukken bamboe met een kooltje eronder. Arie vertelt dat er kleffe rijst met kokos, kokosmelk en palmsuiker in bladeren in zit. De rijst wordt gemengd met de kokos, kokosmelk en palmsuiker en wordt vervolgens strak opgerold in bananenbladeren om ze vervolgens in de bamboe stokken te doen en dan te laten roken tot alles gaar is. Het is een heel aparte manier van bereiden, maar het smaakt heerlijk. Bij een andere kraam eten we nog wat aangeboden fruit. In deze streek wordt vooral zout gewonnen uit grote zoutpannen langs de kust, die langs de weg wordt verkocht onder andere bij deze kraam. We rijden verder als het hard begint te regenen. Na een kwartier passeren we een weg die voor een groot gedeelte onder water staat. We zien de mensen het water wegscheppen; ze hebben met elkaar de grootse lol. We willen dat heel graag van dichtbij bekijken en stoppen de auto om uit te stappen. We maken wat foto's, waarop de mensen spontaan in het water springen. Voor de foto doen ze alles om maar op de foto te komen. Het is duidelijk dat het op deze plek met grote regelmaat blank staat en dat de huizen daar tegen bestand zijn. We rijden verder naar de grote attractie van vandaag, de werf waar Buginese schepen worden gemaakt. Het is geweldig om te zien hoe deze grote houten schepen, soms wel 60m lang, worden gemaakt zonder tekeningen. Wel gebruiken ze een kettingzaag (!) om de dikke balken de juiste vorm te geven. De enige 'nauwkeurige' machine is een elektrische schaaf die gebruikt wordt om de balken zo haaks te schaven dat ze dicht tegen elkaar aan komen voor goede waterdichtheid. We zien zowel een vrachtschip als een boot voor duikers (bij een andere werf) in aanbouw, een ware vorm van vakmanschap. Flink onder de indruk nemen we afscheid, Kees had graag vrijwilliger geworden hier! Een klein stuk verder is ons hotel, een klein hotel met een restaurant in de vorm van een Buginees schip, recht aan zee. We sluiten af met een heerlijke maaltijd met een potje bier terwijl de branding een regelmatig geruis laat horen, net alsof we op een echte boot zitten.